Artikel uit CYCLO SPRINT, december 2001.

“DIT IS NOG NOOIT VERTOOND”

Marianne en Marion: veertien en vijfenveertig

Ard Bierens

Natuurlijk, leeftijd zegt niet alles. Maar als meisjes van veertien en vrouwen van dik veertig de dienst mee uitmaken in het peloton, dan mag dat reden zijn tot nadere studie. In de cyclocross drijft Marianne Vos (14) momenteel de gevestigde orde tot wanhoop en bij het wereldkampioenschap op de weg in Lissabon zette Jeannie Longo (43) de complete wereldtop te kijk. In de persoon van Marion Bax (45) heeft Nederland een eigen Longo: meervoudig wereldkampioen bij de masters, maar ook bij de elitevrouwen een vaste prijsrijdster en winnares van koersen!

Is er een verklaring voor deze opmerkelijke prestaties?

Marion: “Als je erover nadenkt, is het vreemd dat ik het niveau bij de elitevrouwen nog aan kan. Je moet er veel voor trainen: zes, zeven dagen per week. Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid dat ik voldoende klasse heb en het karakter om vol te houden. Ik verkoop mijn huis duur. Wat dat betreft, heb ik misschien een streepje voor op jongere collega’s”.

Verwijt je hen een gebrek aan karakter?

“De wielersport vraagt veel trainingsarbeid. Het is daarom vaak een kwestie van keuzes maken. Voor veel jongeren betekent dat: niet trainen, wel koersen. Als ze dan niet presteren, heeft altijd een ander het gedaan. Ze steken nooit hand in eigen boezem. Dat ik bij de vrouwen nog steeds tot de subtop behoor, zegt denk ik niet alleen iets over mij…..”.

Met een beetje fantasie zou je jou de Jeannie Longo van Nederland kunnen noemen.

“Dat hoor ik regelmatig. Jeannie is de Eddy Merckx van het vrouwenwielrennen, een klasse apart. Wat zij nog presteert, is ongelofelijk. Ik vind dat hartstikke mooi. Echt prachtig, je moet het maar doen. Zij heeft zo veel karakter: ik heb tijdens het WK echt van haar genoten”.  

Marianne, je kijkt naast het NK in categorie zeven ook al uit naar het WK in Zolder. Het kan snel gaan hè?

“Het rijden met de dames valt me erg mee. Ik vind het al mooi om bij de eerste tien te rijden, maar dat ik direct mee zou kunnen met de top van Nederland, had ik niet verwacht. In Harderwijk won ik meteen de eerste wedstrijd. Op een snel rondje nog wel, terwijl ik het eigenlijk meer van de modder moet hebben”.

Hoe is het toch mogelijk dat je op 14-jarige leeftijd al met de allerbesten kunt concurreren?

“Ik zou het niet weten. Dit is nog nooit vertoond. Dat vind ik eigenlijk wel leuk. Ik train niet eens zo veel, maar kennelijk heb ik veel aanleg. En ik moet het voor een deel van mijn karakter hebben”.

Hoe gaat dit verder?

“Ik ga proberen om bij het NK voor vrouwen ook op het podium te komen. En ik hoop dat ik straks aan het wereldkampioenschap mee mag doen. Dat lijkt me het allermooiste. Of ik ook wereldbekers kan rijden, weet ik niet. Dat wordt moeilijk met school. Ik zit op het atheneum: dat wil ik ook goed doen. Uiteindelijk hoop ik van het fietsen mijn beroep te maken”.