Categoriearchief: Krantenknipsels

BN/DESTEM, AUGUSTUS 2013

Marion Bax uit Bavel stopt op haar 57e definitief met wielrennen na twee carrières

EINDE AAN LANGDURIGE COMBACK 

door Jan Martens

In de ochtend heeft ze tijd voor een interview, ’s middags zit ze op de fiets.

Ook nu. Het besluit om te stoppen met wielrennen zal de levensstijl van Marion Bax niet zo heel veel veranderen. „Ik blijf gewoon fietsen. Waarom? Omdat ik het leuk vind, omdat het goed voor me is en omdat ik af moet trainen. Ik rijd alleen geen wedstrijden meer, dat is het enige verschil.” 

Ze schenkt koffie voor de bezoeker en drinkt zelf water. Ondanks haar 57 jaar oogt Bax nog bijzonder scherp. De Bavelse is een geval apart. Op een leeftijd dat voor de meesten hun actieve sportcarrière al meer dan twee decennia achter ze ligt, reed zij nog mee in het Nederlandse vrouwenpeloton. En Bax heeft niet één, maar twee carrières achter de rug.

Ze lacht. „Dat is misschien nog wel het apartste, ja.” Terwijl ze een slok van haar water neemt, gaan haar gedachten terug in de tijd. Naar het begin van de jaren zeventig, toen ze als 16-jarige Rotterdamse besmet werd met het wielervirus. „Ik werd lid van wielervereniging Feyenoord. Daar werkte ik me op tot de nationale subtop en was ik jarenlang een frequente prijsrijder zonder echt een winnares te zijn. In die tijd reed ik voor de topploegen in het vrouwenwielrennen zoals Beck’s Bier met de gezusters Hage en Tineke Fopma, en later bij Shimano met onder meer Conny Meijer en Mieke Havik.”

Bax haalt zich haar ‘eerste carrière’ weer voor de geest. „Ik werkte toen als verpleegkundige in het ziekenhuis in Schiedam. Daar draaide ik dag- en nachtdiensten, op en af. Als ik nachtdienst had gehad, kwam ik om acht uur ’s ochtends thuis, zette de wekker op elf uur of half twaalf en ging nog even naar bed. ’s Middags reed ik dan gewoon een wedstrijd, vaak nog in de prijzen ook.”

Ze schudt het hoofd. Als 27-jarige was ze gedwongen om voor de eerste keer met wielrennen te stoppen door een slepende slijmbeursontsteking in haar bil die een verlammende uitstraling had in haar been. Jaren van relatieve rust lieten de blessure helen en in 1998 maakte Bax, op 42-jarige leeftijd, haar comeback in het vrouwenpeloton. Door haar huwelijk met fysiotherapeut Hans Goeijers woonde ze toen al jaren in Bavel. „Ik was in de tussentijd ook weer gaan fietsen bij toerploegen en cyclosportieven en was daar tot de conclusie gekomen dat ik best nog mee moest kunnen in het vrouwenwielrennen.”

Dat bleek. Bax hield, ondanks haar ‘hoge’ leeftijd, probleemloos stand in het peloton en reed regelmatig in de prijzen. Bij de masters werd ze een klasse apart.

„In Nederland is er geen aparte masterscategorie, vandaar dat ik gedwongen was om hier in het gewone vrouwenpeloton mee te rijden. Internationaal kon ik wel meedoen aan de masterskampioenschappen.”

Elf wereldtitels, twee Europese titels en veertig podiumplaatsen op internationale UCI-kampioenschappen (op tijdrit, weg en baan) waren het gevolg. Op haar 47e versloeg Bax in Sloten nog een peloton van 85 overwegend veel jongere vrouwen. Tot en met vorig seizoen bleef ze, ook op haar 56e, prijzen pakken. Tot deze winter. „Ik bleef maar last houden van mijn heup en rug. Normale klachten voor een vrouw in de overgang, maar ik kon er mijn normale niveau niet door bereiken. Ik had gehoopt er in dit seizoen weer doorheen te komen, maar door de lange, koude winter lukte dat niet. Daarom zet ik er nu een punt achter. Definitief.” Ze zegt het zonder een spoor van emotie. „Natuurlijk is het jammer, maar ik heb hele mooie jaren om op terug te blikken.”

De lichamelijke ongemakken zijn niet de enige redenen dat Bax stopt met het rijden van wedstrijden. „Nee, ook het geringe aantal deelneemsters dat nog overblijft in mijn leeftijdscategorie en het feit dat het masters-WK steeds meer in verre landen wordt gehouden speelt mee. Daarnaast zijn er in Nederland inmiddels 15 à 20 fullprofs in het vrouwenwielrennen die op een niveau rijden dat voor mij en anderen echt te hoog wordt. Vandaar dat het voor mij genoeg is geweest.”

Fullprofs in het vrouwenwielrennen, het was in de eerste carrière van Bax bijna ondenkbaar. „Toen hadden alle vrouwentoppers naast het wielrennen nog een baan of volgden ze een studie. Achteraf vraag ik me wel eens af waar ik uitgekomen zou zijn als ik toen een paar jaar alles op het wielrennen had kunnen zetten. Als ik bijvoorbeeld tijdens mijn carrière niet was doorgegaan met die nachtdiensten. Wellicht had ik dan wel de absolute top gehaald.” Ze pauzeert even. „Maar daarover nadenken heeft geen zin. Ik kijk ook liever vooruit…”

Naar een leven zonder wielerwedstrijden dus. „Dan kan ik mijn sociale contacten weer aanhalen, wat vaker met vrienden afspreken. Dat schoot er tot dusver altijd bij in, al mijn contact ging altijd via mail en telefoon, omdat ik moest trainen. Nu kan ik weer gewoon op bezoek.”

Bang voor een zwart gat is ze niet. „Ik werk als ic-verpleegkundige in het Amphiaziekenhuis in Breda. Daar word ik dagelijks geconfronteerd met mensen die een strijd op leven en dood uitvechten. Dan leer je wel relativeren.”

Nieuwsblad van Nieuw Ginneken, oktober 2012

MARION BAX SLUIT WIELERSEIZOEN STERK AF

Nogmaals twee overwinningen

Wielrenster Marion Bax uit Bavel kende zoals vaker de laatste jaren een ijzersterk seizoenslot. In de laatste koersmaand bezette zij louter top tien klasseringen. Hiermee rondde deze 56-jarige een geslaagd wielerseizoen af.

De laatste koersmaand begon voor haar met de overwinning in de tijdrit voor vrouwen over 14,8 kilometer verreden in de winderige polders rond Woubrugge. Met deze eerste plek pakte ze tevens de eindoverwinning in het Zuid-Hollandse tijdritklassement. Hiermee realiseerde zij een van de door haar voor dit jaar gestelde doelen. Voor dit klassement telden 5 tijdritten mee, te weten Puttershoek, Rotterdam-Doenkade, Maasdijk, Noordeloos en Woubrugge. Reeds na de tweede tijdrit kwam Bax aan de leiding, welke voorsprong ze steeds verder uit wist te bouwen.

Direct na de afronding van deze tijdritcyclus deed Bax voor even een stapje terug om vervolgens een doorstart te maken richting een volgend doel: de koppeltijdrit van Puttershoek, de allerlaatste wedstrijd van dit jaar. Deze doorstart maakte ze in de Duitse criteria van Keulen en Kempen, prachtige criteria voor elitevrouwen met snelle parkoersen en veel ambiance. In Keulen werd ze in de massasprint tiende en vervolgens eindigde ze in Kempen in de kopgroep als zesde. Niet slecht tussen de doorgaans meer dan 30 jaar jongere elitevrouwen.

Tenslotte reed ze als afronding van het seizoen de koppeltijdrit van Puttershoek, waar ze startte met Niels Huiskamp uit Fijnaart. Ze had hier al enkele malen gewonnen. Zowel Huiskamp als Bax hadden veel ambitie nogmaals te gaan voor een hoogste klassering en de snelste tijd van de dag….. De aanloop was wat moeizaam. Moeilijke warming-up vanwege de regen, de natte weg en de koude. Gelukkig was het droog bij de start, hoewel de wind aantrok en de weg nog deels nat en glad lag. Huiskamp reed hard, Bax had, zoals de laatste weken, geen echt goede benen en moest zich veelal beperken tot het volgen in het wiel. Ze realiseerden de snelste tijd van de middag over de twintig kilometer met een gemiddelde van 42 kilometer per uur, doch werden naar de tweede plaats verwezen door een koppel met bonificatie. Toch een prima afronding van een meer dan geslaagd wielerseizoen.

BN/DESTEM, september 2012

NK-zilver Marion Bax en Henny Rovers

Door Willem Dielemans

WIELRENNEN – Marion Bax uit Bavel en Henny Rovers uit Oud Gastel wisten beiden een zilveren medaille te pakken op het NK tijdrijden voor amateurs en Masters, dat verreden werd op Texel. Het NK tijdrijden voor Masters werd betwist over 28,5 kilometer onder droge, maar zeer winderige weersomstandigheden. Windkracht 5 tot 6 maakte het de deelnemers op de Waddendijk tussen Oudeschild en de Cocksdorp erg lastig.

Marion Bax stond drie dagen na het behalen van het zilver in de wereldbeker tijdrijden te Sankt Johann in Oostenrijk weer op Texel aan de start. Ondanks dat de hersteltijd kort was en de lange reis vermoeiend, wist zij net zoals vorig jaar een tweede plek te behalen. Ze kwam 31 seconden tekort op winnares Janny Kleinjan, maar was toch nog goed voor een gemiddelde snelheid van 40 kilometer per uur.

Henny Rovers wist in de categorie Masters-50-plus zijn titel van vorig jaar niet te prolongeren en moest nu genoegen nemen met de zilveren medaille. Hoewel hij een gemiddelde reed van 43 kilometer per uur, kwam hij 2.09 minuten te kort op de winnaar Pieter Aben. Johan Gommers (Wernhout) werd tiende en Ad van Broekhoven (Zundert) elfde.

In de categorie Masters-40-plus wist John Antens (Wernhout) zijn zilveren medaille van vorig jaar niet te prolongeren. Hij moest genoegen nemen met de achtste prijs ondanks zijn knappe gemiddelde van 43 kilometer per uur. Louis Verdaesdonk (Zundert) werd negende en Tony Verschuuren (Fijnaart) twaalfde. Bij de amateurs werd Niels Huiskamp (Fijnaart) veertiende.

BN/De Stem, augustus 2012

Bax tweede in Wereldbeker tijdrijden

Door Willem Dielemans

WIELRENNEN – Marion Bax, de vijfvoudig wereldkampioene tijdrijden bij de Masters uit Bavel, werd tweede in de wereldbeker tijdrijden in Sankt Johann in Tirol, de Master Cycling Classic genaamd.

Ze moest in 20 kilometer 25 seconden prijsgeven op de Amerikaanse Susan Shook. De Duitse Johanna Hamberger werd derde op 35 seconden van Bax, die een gemiddelde reed van 40,6 kilometer per uur. Bax zag vorige week nog af van deelname aan het WK in het Zuid-Afrikaanse Durban, vanwege de lange reis.

Artikel uit Helden, april 2012

Marion Bax

Uit liefde voor de sport

door Rijan van Leest In de jaren zeventig knechtte ze voor Keetie Hage, begin jaren tachtig nam ze afscheid van de wedstrijdsport en eind jaren negentig volgde haar comeback. Inmiddels is de 55-jarige Marion Bax uit Bavel de oudste Nederlandse wedstrijdrenster ooit. Ze blijft echter realistisch. “Ik houd er altijd rekening mee dat dit weleens mijn laatste seizoen kan zijn.”

Boven de bank in de woonkamer hangt een wissellijst waarin een blauw regenboogtricot en een bijbehorende gouden medaille prijken. Het lijken de enige aanwijzingen te zijn die verraden dat hier een meervoudig wereldkampioene woont. “Dat is mijn eerste kampioenstrui”, licht Marion toe. Het tricot is het bewijs van haar overwinning op de sprint tijdens het WK baan voor masters in het Britse Manchester in 2002.Toch is haar eerste mondiale titel niet de meest memorabele. Ze is het meest trots op haar overwinning bij het WK Tijdrijden voor masters in 2008. “Toen won ik met slechts drie seconden voorsprong op de nummer twee, een Amerikaanse.” Ook haar optreden tijdens de puntenkoers op het WK voor masters in 2003in Manchester is opmerkelijk. “Ik stond met een paar punten verschil aan de leiding en merkte dat drie Amerikaanse rensters een combine hadden gevormd. Daar moest ik dus een oplossing voor bedenken. Ik heb toen een Mexicaanse en een Duitse weglaten rijden, zodat de Amerikanen geen punten meer konden pakken”, verklaart Marion haar tactiek die niet direct door haar man begrepen werd. “Hans stond aan de kant en vroeg zich afwaar ik mee bezig was. Ook de coach van de Schotten, die mij weleens begeleidt, doorzag mijn plan in eerste instantie niet.” Uiteindelijk bleek haar list een gouden zet te zijn.

Inmiddels heeft ze tien wereldtitels verzameld en daar blijft het wellicht bij. Het komende WK voor masters wordt namelijk in Zuid-Afrika georganiseerd en Marion is niet van plan om daar haar gelden tijd aan te spenderen. “Jarenlang werd het WK voor masters in het Oostenrijkse Sankt Johann georganiseerd. Nu wil de UCI daarop eens geld voor hebben en bepaalt zij de locatie”, legt Marion de verandering enigszins verbolgen uit. De meeste veteranen zijn het niet eens met de werkwijze van de internationale wielerunie. Daarom is er een aparte masterbond opgericht die van plan is om de traditie in Sankt Johann voort te zetten met dubbele wereldkampioenen als gevolg. “De UCI is op dit moment met andere dingen bezig dan het belang van de masterrenner”, stelt Marion.

Haar Rotterdamse tongval verraadt dat ze oorspronkelijk geen Brabantse is. Ze groeide op in Tuindorp Vreewijk, een wijk in Rotterdam-Zuid, op nauwelijks een kilometer afstand van Ahoy. Haar anderhalf jaar jongere broer besmette Marion met het wielervirus. “Hij koerste bij wielervereniging Feijenoord en daardoor kwamen er veel renners uit Rotterdam-Zuid bij ons over de vloer.” Op zijn reservefiets reed ze op vijftienjarige leeftijd haar eerste koers bij de jeugd. “In Rotterdam had je een stuk of acht verenigingen die gezamenlijk een zondagochtendcompetitie organiseerden. Daar reden we dan met een groepje naar toe.”Haar allereerste wedstrijd kan ze zich niet goed meer herinneren.“Volgens mij ben ik er toen niet afgereden, maar ik had dan ook eerst een paar maanden met de jongens meegetraind voordat ik ging koersen.” Begin jaren zeventig was er nog geen sprake van de categorieën Nieuwelingmeisjes en Juniorvrouwen, waardoor Marion een jaar later op zestienjarige leeftijd al de overstap moest maken naar de damescategorie. “Ik kreeg toen een eigen fiets, maar ook dat was een tweedehandsje.” Lang hoefde ze echter niet te wachten op een gloednieuw exemplaar, want haar talent bleef niet onopgemerkt. Een jaar later mocht ze zich aansluiten bij het damesteam van Beck’s Bier. “Keetie Hage was onze kopvrouw. Dat was de Marianne Vos van die periode. Onze rol was om haar te ondersteunen, maar als je zelf in de positie zat om te winnen, mocht je daarvoor gaan.” Na enkele jaren stapte Marion over naar de ploeg van Hitachi waar Tineke Fopma en Mieke Havik de belangrijkste troeven vormden. Met enkele rensters van toen heeft ze nog contact. “Elk jaar ga ik een keer eten met Sandra de Neef, Ted Storm en Regina Troost.” Af en toe heeft ze een toevallige ontmoeting met oud-ploeggenotes of krijgt ze een e-mail van oude bekenden die zich via haar website hebben verbaasd over haar recente fietsprestaties.

Hoewel Marion tijdens haar eerste carrière tot de subtop van het Nederlandse dameswielrennen behoorde, moest ze lang wachten op haar eerste en enige zege. “Ik had een fulltime baan met onregelmatige diensten en studeerde daarbij. Soms had ik nachtdienst gehad, ging om acht uur ’s ochtends naar bed, sliep een paar uur en stond om één uur ’s middags weer aan de start. Dan reed ik nog in de prijzen ook”. Achteraf beseft ze dat het gekkenwerk was en dat ze die situatie slechts kon volhouden door een flinke portie talent. “Als ik een jaar de kans had gehad om puur voor mijn sport te leven, was ik wellicht echt tot de Nederlandse top gaan horen en had ik de nationale selectie gehaald. Helaas behoorde dat toen niet tot de mogelijkheden. Aan de andere kant heb ik nu een goede baan waar ik veel voldoening uithaal”, relativeert ze.

In 1982 werd ze als lid van wielervereniging Breda in De Heen districtskampioen van Zuid-Nederland. Een jaar eerder was ze reeds naar het Brabantse Bavel verhuisd, nadat ze met wielrenner Hans Goeijers was getrouwd. Het stel ontmoette elkaar op de wielerbaan in Rotterdam, waar Marion een trouwe deelneemster was van Ahoy op Zondag en Hans veel zesdaagsen reed. Ook nu is hij nog regelmatig op de fiets te vinden, hoewel het grootste deel van zijn vrije tijd wordt opgeslokt door de ambities van zijn vrouw. “Hij heeft het af en toe wel gezien”, geeft Marion toe. “Daarom ga ik tegenwoordig wat vaker alleen naar de wedstrijden, maar bij tijdritten gaat dat niet. Als ik op de rollen aan het inrijden ben, heb ik iemand nodig die voor mij de tijd in de gaten houdt. Ook voor de verzorging en het materiaal is het handig als Hans erbij is.” Om haar man wat te ontlasten, zou ze zich kunnen aansluiten bij een damesteam. Toch kiest ze daar bewust niet voor. “Het brengt veel verplichtingen met zich mee als je bij een ploeg rijdt. Ik wil graag mijn eigen programma en materiaal kiezen. Ik rijd nu op eersteklas materiaal en wil niet het risico lopen dat ik verplicht word omgebruik te maken van een fiets die kwalitatief minder is.” Ook qua begeleiding hebben de meeste teams haar weinig extra te bieden. “Ik weet zelf precies wat ik moet doen en laten om te kunnen presteren.” Het is een combinatie van bijna veertig jaar wielerervaring en begeleiding die onder andere echtgenoot Hans als fysiotherapeut haar kan bieden.

Ze is in de loop der jaren wel een ander soort renster geworden.“Vroeger waren criteriums rijden en tegen de wind in stampen mijn specialiteiten”, herinnert Marion zich. In haar tweede carrière heeft ze zich echter ontwikkeld tot een begenadigd tijdrijdster. “Misschien was ik dat vroeger ook al wel, maar toen reden we nauwelijks tijdritten.” Zelfs bij de internationale etappekoersen in onder andere Noorwegen, Duitsland en België waaraan ze deelnam, stond er geen race tegen de klok op het programma. Ook op de baan lag de focus in haar eerste wielerperiode meer op de achtervolging en de afvalkoers dan op de tijdritten. “Daar was ik goed in”, klinkt het zelfbewust. De piste heeft haar ook in haar tweede carrière veel triomfen opgeleverd, maar inmiddels heeft ze haar baanfiets aan de wilgen gehangen. Gebrek aan trainingsfaciliteiten in de regio is hiervan de belangrijkste oorzaak.“Ik moest naar Gent of Amsterdam om te trainen. Het kostte me dus al anderhalf uur om alleen al op de baan te komen. Dat kan ik niet meer opbrengen. Bovendien zijn de wereldkampioenschappen op de baan in Australië. Zoveel vakantiedagen heb ik niet. ”De wielersport kost haar een hoop tijd, hoewel ze al een paar jaar het aantal wedstrijddagen aan het afbouwen is. “Vier jaar geleden reed ik nog negentig koersen per jaar, nu nog zo’n vijftig.” Ze doet het bewust wat rustiger aan, zodat haar lichaam de tijd krijgt om te herstellen en in balans te blijven. Daarbij maakt ze dankbaar gebruik van moderne hulpmiddelen, zoals een trapfrequentie- en hartslagmeter. “Die gebruik ik met name in het voorjaar om niet boven bepaalde limieten te komen. Ik wil niet opgebrand zijn voordat het seizoen goed en wel begonnen is. ”Bovendien mengt ze zich de laatste jaren niet meer in de chaos van de massasprints. Zo wil ze voorkomen dat de gevolgen van een eventuele valpartij haar wederom maanden buitenspel zetten. In 1983 was een blessure aan haar zitbeenknobbel, veroorzaakt door andere zadels in de Shimano-ploeg, een van de redenen om haar eerste wielercarrière te beëindigen. “Ik was pas getrouwd, werkte volledig en raakte toen ook nog geblesseerd. Je weet wat je er voor moet doen en laten, je weet hoeveel tijd het kost. Met de wedstrijdsport moet je elke dag bezig zijn en op een gegeven moment heb je alles wel gezien. ”

Toch kon Marion de wielersport niet helemaal vaarwel zeggen. “Ik heb me aangesloten bij een tourclub, ben wat cyclosportieven gaan rijden, zoals Luik-Bastenaken-Luik, de Dolomieten Marathon en La Marmotte. Daarin werd ik steeds fanatieker, want ik wilde een goede klassering. Ik ging voor goud, terwijl ik eigenlijk geen klimmer ben. Toch eindigde ik door mijn doorzettingsvermogen bijna altijd bij de eerste drie vrouwen.” In september1998 haalde een van haar fietsmaten haar over om als 42-jarige haar comeback te maken in het damespeloton. Een telefoontje naar de KNWU maakte het mogelijk om dat seizoen nog acht wedstrijden te rijden. “In zes daarvan reed ik in de prijzen. Het ging eigenlijk heel erg goed, totdat ik een maand later tijdens de training door een auto omver werd gereden. ” De gevolgen van het ongeluk waren zeer ernstig: een knieschijf was gebroken, de ander was zelfs verbrijzeld en diverse kniebanden waren afgescheurd. Twee operaties en een revalidatieproces van een jaar, betekende dat Marion wielerseizoen 1999 aan zich voorbij zag gaan. Toch liet ze zich niet door deze tegenslag uit het veld slaan. Haar comeback was haar zo goed bevallen, dat ze in 2000de draad al snel weer oppikte. “Dat is wel een van mijn sterkste punten: doorzettingsvermogen. Ik zie veel topsporters die het niet meer kunnen opbrengen om van een blessure terug te komen. ”Marion meent dat de mentaliteit in de sportwereld is veranderd .Het vrouwenwielrennen vormt een perfecte weerspiegeling van de samenleving. “De maatschappij is meer individualistisch geworden en de sport dus ook. Vroeger was er meer respect in het peloton. Nu is de instelling: als ze je voorwiel eruit kunnen rijden, ben je hem al kwijt.” Ook krijgt ze regelmatig opmerkingen naar haar hoofd geslingerd die haar duidelijk moeten maken dat het niet de bedoeling is dat ze als “oma” de prijzen komt wegpikken. Ze laat zich daardoor niet ontmoedigen. “Ik reageer er niet open denk dan: jij hebt er meer last van dan ik. Bovendien komen dat soort opmerkingen nooit van de toprensters.” Ze houdt zich ook bewust afzijdig van de onderlinge vetes in het peloton. “Ik zit in een heel andere fase van mijn leven dan die meiden van twintig. Met een aantal heb ik wel contact. Een paar meiden uit het noorden van het land overnachten hier graag als ze in het zuiden een wedstrijd hebben. ” Marion betreurt het dat er in haar eigen regio nauwelijks meer rensters zijn. “Je ziet wel steeds meer vrouwen op een racefiets rondrijden, er zijn zelfs al tourclubs speciaal voor vrouwen. Toch maken er maar weinig de overstap naar de wedstrijdsport en dat begrijp ik eigenlijk wel, want het is nou eenmaal een erg zware sport. ” Vrouwen die het toch wagen om de overstap te maken, komen er vaak achter dat ze het niveau hebben onderschat. “Ze hebben niet alleen moeite met het hoge tempo, maar beheersen ook vaak hun fiets niet. Ze zijn dan een gevaar voor zichzelf en de groep.

”Hoewel Marion kan bouwen op jarenlange ervaring in de koers, is ze enigszins terughoudend geworden in het verstrekken van advies aan andere rensters. “Een paar jaar geleden werd ik door een aantal meiden benaderd met de vraag of ze met me mee mochten trainen. Dat vond ik prima, maar dan verwacht ik wel dat ze mijn advies opvolgen. In de winter zei ik dat ze op een klein verzet moesten rijden, keek ik om, zag ik dat ze toch op de grote plaat reden. Ze kregen het niet voor elkaar om de trapfrequentie naar de honderd op te voeren. ” Marion besefte al snel dat haar nieuwe trainingsgezellen de wedstrijdsport onderschatten. “Die meiden dachten dat ze met vier keer per week dertig kilometer trainen wedstrijden konden gaan rijden. ” Na een paar maanden was voor haar de lol er wel vanaf. “Ik kreeg er zelf meer last van dan dat een ander ermee opschoot. ” Ook na haar actieve carrière ziet ze voor zichzelf niet echt een rol in de begeleiding weggelegd. “Ik ben heus niet te beroerd om rensters advies te geven, maar ik denk dat er al genoeg deskundigen zijn bij sportverenigingen die graag mensen willen begeleiden. Ik ga daar niet bij in het vaarwater zitten.”

Marion is niet bang voor het zogenaamde zwarte gat na de beëindiging van haar wielerloopbaan. Ze haalt veel voldoening uit haar baan als intensive care verpleegkundige bij het Amphia Ziekenhuis in Breda. “Dat doe ik al vanaf 1979 met veel plezier, maar ook wat dat betreft is de tijd veranderd. Het werk is technischer en intensiever geworden.” Ook krijgt Marion steeds vaker te maken met ethische dilemma’s. “Bij sommige patiënten vraag ik me weleens af of we door moeten gaan met de behandeling. Iemand van 89 die nog aan zijn hart geopereerd wordt, complicaties krijgt, daardoor weer een operatie moet ondergaan. Je weet dat hij het niet gaat redden, maar toch wordt zijn leven nog gerekt. Hoe ver moeten we daar in gaan? ” Ze slikt even en vervolgt dan: “We zijn in onze Westerse cultuur de dood ontgroeid, maar het hoort er nou eenmaal bij. Ik vind kwaliteit van leven belangrijker dan kwantiteit. ” Daarom laat Marion zich niet zomaar van de wijs brengen door de meningen van anderen en vult ze haar leven, waarin de wielersport een prominente rol speelt, op haar manier in. Ze beseft dat er slechts één reden is waarom ze fietst: uit liefde voor de sport. Toch weet ze zeker dat dit een van de laatste koersjaren zal zijn. “Ik houd er altijd rekening mee dat dit weleens mijn laatste seizoen kan zijn. Elk jaar kijk ik weer opnieuw hoe ik de winter ben doorgekomen en of ik er nog zin in heb. Bovendien zijn er nog andere dingen in het leven.” Waar ze dan haar tijd aan gaat besteden? Het valt even stil. “Oh, maar ik blijf sowieso altijd fietsen!”

BN/De Stem, september 2011

Marion Bax pakte tiende UCI wereldtitel

Door Willem Dielemans

WIELRENNEN – Twee weken nadat de Bavelse Marion Bax in het Oostenrijkse Sankt Johann de wereldtitel tijdrijden pakte bij de WMCF (World Master Cycling Federation), wist ze gisteren in het Belgische Stavelot bij de UCI eveneens de wereldtitel tijdrijden te veroveren in de categorie masters 55+. Het was de door haar fel begeerde tiende officiële UCI-wereldtitel.

De omstandigheden en het parcours waren niet bepaald een kolfje naar de hand van Bax. Twee klimmetjes van 2,5 kilometer, de laatste anderhalve kilometer over slecht liggende kasseien, koud en regenachtig weer. Desondanks wist zij in de 19,8 kilometer lange tijdrit de Australische Jenny Sammons met 37 seconden te kloppen.

BN/De Stem, augustus 2011

Wereldtitel tijdrijden voor Marion Bax

Door Willem Dielemans

WIELRENNEN – Marion Bax uit Bavel heeft in Sankt Johann (Oostenrijk), tijdens het WK voor masters, weer een titel toegevoegd aan de lange rij die ze al heeft.

Op het onderdeel tijdrijden voor vrouwen versloeg zij in haar klasse alle tegenstanders met ruim verschil. Met een tijd van 29.31 minuten bleef ze Duitse Maria Zander liefst 1.37 minuut voor. De Sloveense Vida Ursic kwam ruim drie minuten tekort.

Bij de mannen werd Dre Klep uit Oud Gastel vijfde. Hij moest op de winnaar 47 seconden toegeven.

AMPHIA’S VITAMINE A, Rubriek Binnen/Buitendienst, april 2011.

IC-VERPLEEGKUNDIGE MARION BAX, FIETSTER VAN WERELDKLASSE

“IK HOOP OP MIJN 10DE WERELDTITEL”

Het begon met een reservefiets van haar oudere broer. Hij fietste al jaren wielerwedstrijden en Marion wilde het ook wel eens proberen. Met succes! Ze kon al snel mee in de subtop van Nederland, maar door te weinig tijd was dat toen het hoogst haalbare. De IC-verpleegkundige is nu 54 en fietst nog steeds de sterren van de hemel. In augustus hoopt ze voor de 10de keer de wereldtitel te behalen in haar leeftijdsklasse. Voor al haar bekers en truien werd ze begin dit jaar gekozen tot “senior sportvrouw van Groot-Breda”. Marion blijft er nuchter onder. “Ik zal altijd blijven fietsen. Het is heerlijk om na het werk je hoofd leeg te maken met trainen. Het is bovendien goed voor mijn lichaam. Ik heb jaren terug een zwaar ongeluk gehad en ik fiets ook om mijn kracht te behouden. En natuurlijk om resultaten te behalen. Je moet veel doen om aan de top te komen en veel meer om er te blijven!”

Naam: MARION BAX

Functie: IC-VERPLEEGKUNDIGE

Hobby: WIELRENNEN

Meer info: WWW.MARIONBAX.NL

BN/De Stem, januari 2010

Bax gaat altijd maar door

door Steven van den Heuvel

Wielrennen – In augustus van dit jaar werd Marion Bax derde op het WK tijdrijden voor masters (50-55 jaar) in het Oostenrijkse Sankt Johann. Ze besloot vervolgens om er nog een jaar aan vast te plakken. Het jaar 2009 gaat de boeken in als het jaar van de comebacks. Onder meer Lance Armstrong, Kim Clijsters en Raemon Sluiter kwamen terug op hun besluit om de topsport vaarwel te zeggen. Zij konden de lokroep van de sport en het zoet van de overwinningen niet weerstaan en pakten hun fiets en rackets weer op. En niet zonder succes. Clijsters won de US Open, Armstrong haalde een podiumplek in het eindklassement van de Tour de France en Sluiter stond in de finale van het ATP-toernooi in Rosmalen. Hun rentree in de topsport werd daarmee gerechtvaardigd.

Wanneer is dan wél het goede moment om je sportcarrière te beëindigen?
De 53-jarige wielrenster Marion Bax kent de afweging die sporters moeten maken. Stoppen of doorgaan? Zelf overwoog ze ook al meer dan eens een punt te zetten achter haar wedstrijdcarrière. “Zolang ik nog plezier heb in het trainen en het niveau aankan, ga ik door”, zegt de negenvoudige wereldkampioene uit Bavel.

In augustus werd Bax nog derde op het WK tijdrijden voor masters (50-55 jaar) in het Oostenrijkse Sankt Johann. Na deze bronzen plak twijfelde Bax over haar toekomst, maar besloot er toch nog een jaar aan vast te plakken.

“Mijn goede resultaten gaven uiteindelijk de doorslag. Ik kan op mijn niveau nog makkelijk mee en ik heb plezier in het trainen. Het kost me geen moeite om me daarvoor te motiveren. ” De Bavelse kan zich wel voorstellen dat topsporters als Armstrong en Clijsters het in eerste instantie voor gezien hielden. “Op een gegeven moment raak je verzadigd en komen er andere dingen in je leven. Clijsters werd moeder en Armstrong had alles al gewonnen. Als je geen honderd procent trainingsarbeid meer kunt leveren, heeft het geen zin om door te gaan.” Dat deze atleten hun rentree maakten, is volgens Bax te danken aan hun niet aflatende passie voor de sport. “Ze zijn natuurlijk bezeten. Wanneer je merkt dat je het nog steeds kunt, gaat het steeds weer kriebelen.”

Het plezier in de sport als pijler. Ook voor Bax is dat de voornaamste motivatie. Op haar 28e noopte een langdurige blessure haar te stoppen met wedstrijdfietsen. Het plezier en het besef dat ze in staat was opnieuw een hoog niveau te halen, brachten haar terug op het zadel.

Nu, zo’n 25 jaar later waagt de krasse vijftiger zich niet meer in een hectische massasprint en rijdt ze ook beduidend minder wedstrijden.

“Ik heb flink wat blessures gehad en kijk nu meer naar wat verantwoord is voor mijn lichaam. Ik richt me op tijdritten en ga niet meer de overvolle pelotons in. Na het WK kijk ik weer hoe het ervoor staat. Ik hoéf niet alles meer te rijden.”

BN/De Stem, augustus 2009

Marion Bax ook blij met bronzen WK-plak

Door: Ad Pertijs

WIELRENNEN – Marion Bax ging voor goud, maar op het einde van het WK tijdrijden voor masters (50-55 jaar) was de 53-jarige wielrenster uit Bavel ook blij met de bronzen plak. “Tegen het gemiddelde van de winnares kan ik niet op”, liet ze vanuit het Oostenrijkse Sankt Johann weten.

De titelstrijd werd gewonnen door de ‘onbekende’ Amerikaanse Ruth Clemence, die de 20 kilometer lange race afwerkte in 27 minuten en 21 seconden. Marion Bax was precies twee minuten langer onderweg. “Toch reed ik bijna dezelfde tijd als vorig jaar”, zei Bax, daarmee aangevend dat ze het vooral had afgelegd tegen een nieuw fenomeen. Clemence dook voor het eerst op in de wereld van de fietsende masters. “Ze reed bijna 44 kilometer per uur. Wie dat donderdag op het NK in Zaltbommel haalt, krijgt volgens mij onmiddellijk een ticket voor het WK in Mendrisio”, zei Hans Goeijers, de vriend van Bax. Bax zelf haalde een moyenne van bijna 41 k/u.

De tweede plaats ging naar eeuwige rivale Susan Shook uit Engeland. Zij klokte een tijd van 29.04.

Morgen (vrijdag) start Marion Bax ook in de WK-wegwedstrijd.