Artikel uit BN/De Stem, augustus 2008

Marion Bax op herhaling

door Ad Pertijs

WIELRENNEN – Marion Bax uit Bavel mag zich nog een jaartje wereldkampioene tijdrijden bij de Masters noemen. Gisteren prolongeerde ze in Oostenrijkse Sankt Johan haar titel door rivale Susan Shook met twaalf seconden voor te blijven. Vorig jaar was het verschil op hetzelfde parkoers negen tellen. De Deense Lonne Drejer pakte het brons. ” Ik haalde haar bijna in, dus eigenlijk was er maar één echte concurrente vandaag”, zei de blije Bax. In het gevecht met Shook had de als laatste gestarte Bax steeds een kleine voorsprong. “Ik zag haar steeds rijden. Het verschil bleef constant.”

De wereldtitel heeft een officiële status. “Vroeger was dit een wild evenement, maar tegenwoordig heb je een UCI-licentie nodig om mee te mogen doen”, zegt de 52-jarige West-Brabantse, die de 20 kilometer lange WK-tijdrit met een gemiddelde van bijna 41 kilometer per uur afwerkte in 29 minuten en 31 seconden.

De bijna vijftigjarige Francaise Jeannie Longo rijdt dit jaar het grote WK in Varese. “Als ze stopt bij de elite, komt ze wellicht bij ons rijden,” zegt Bax met een lach. Bax heeft veel respect voor Longo. “Het is weinigen gegeven om op zo’n leeftijd zulke prestaties te leveren. Daar moet je fysiek en mentaal heel sterk voor zijn.”

Bax rijdt in het ‘dagelijks’ wielerleven ook nog gewoon tussen de elitevrouwen. “Door dat te doen, houd ik de snelheid om hier het WK te winnen.”

Vandaag staat Bax aan de start van de mondiale wegwedstrijd. Daarna keert ze terug naar Nederland om zondag in Oudenbosch het NK tijdrijden voor elitevrouwen te kunnen rijden. “Of ik daar het podium kan halen? Welnee. Mijn eerste uitdaging is om daar niet laatste te worden. Ik vind het al een hele eer dat ik tot de 35 geselecteerde vrouwen behoor.”

De wereldkampioene van Sankt Johann vind het daarom geen schande om in Oudenbosch genoegen te nemen met een plaats in de achterhoede. “Van de 35 deelneemsters rijden er meer dan 25 bij een profploeg. Ze zijn daarnaast dertig jaar jonger dan ik. Dan is het niet zo vreemd dat ze je voorblijven. Als 52-jarige heb je nou eenmaal niet meer de spieren en vezels van een twintiger.”