Artikel uit FIETS, mei 2006.

FIETSER

Naam: Marion Bax

Leeftijd: 50 jaar

Fietst: 18.000-20.000 km/jaar

Woonplaats: Bavel

WEDSTRIJDDIER

“Waarom ik op mijn leeftijd nog zoveel wedstrijden rijd? Ik houd van het competitie-element en het zit, denk ik in mijn karakter om er tegen aan te gaan, niet op te geven. Daarbij gaat het nog steeds goed. Ik kan nog steeds goed meekomen met de jonge meiden. Elke winter bekijk ik opnieuw hoe het gaat en hoe mijn lichaam de winter uitkomt. Pas dan hak ik de knoop door of ik er nog een jaar aan vastplak. Dit jaar heb ik dat voor het laatst gedaan. Na dit seizoen stop ik met wedstrijden rijden, dan is het wel genoeg geweest.

Ik fiets sinds mijn zestiende, op die leeftijd ben ik een keer meegegaan met mijn broer die fietste. Ik vond dat zo leuk dat ik ook op de racefiets stapte. Ik ben al vrij snel begonnen met wedstrijden. Dat ging mij goed af en ik belandde in ploegen als Beck’s Bier, Shimano en Hitachi. Ik reed daar samen met onder andere Keetie van Oosten-Hage. Op mijn 27ste ben ik gestopt, ik had veel blessures en ik raakte verzadigd na zoveel jaar topsport. Ik sloot mij aan bij een toerclub om af te trainen, maar daar kwam niets van terecht. Ik bleef fanatiek fietsen en na een aantal jaar ging ik meedoen aan cyclo’s  zoals de Marmotte. Dat ging zo goed dat ik eind 1998 besloot weer een licentie aan te vragen. Na vijftien jaar bleek dat ik nog steeds goed kon meekomen met de jonge meiden en zo ben ik er weer ingerold.

Fietsen is naast een hobby ook noodzaak. In oktober 1998 heb ik een zwaar ongeval op training gehad, een knieschijf was gebroken en de andere was verbrijzeld. Mijn orthopeed wist niet of ik ooit nog kon fietsen. Toen hij dat zei, heb ik mij voorgenomen er alles aan te doen om dat toch mogelijk te maken. Ik wilde nog graag een keer wereldkampioen bij de Masters worden. Na een half jaar revalidatie kon ik weer fietsen en 2001 werd ik ook voor het eerst wereldkampioen bij de Masters. Daarnaast is fietsen goed voor mijn knieën, als ik niet blijf fietsen kan ik waarschijnlijk ook niet meer lopen. Lopen gaat nog steeds moeilijker dan fietsen en door het fietsen heb ik sterke benen en loop ik nog.

Dit jaar hoop ik voor het laatst goed te presteren op de WK voor Masters, op de weg en de baan. Op de weg hoop ik op een podiumplaats op de tijdrit en de wegrit. Op de baan ga ik meer voor de duuronderdelen, de puntenkoers en de achtervolging. Daarna is het echt afgelopen met de wedstrijdsport en ga ik meer tijd besteden aan mijn leven naast het fietsen. Dat is er de afgelopen jaren behoorlijk bij ingeschoten.

Tekst: Eva  Heijmans  / Foto’s: Ilona Kamps