Categoriearchief: Krantenknipsels

Artikel uit Wieler Revue Nationaal van november 2000

Over de grens… Douane

Door HH

November 2000 – Terwijl iedereen in de ban was van onze renners op de Olympische spelen en wereldkampioenschappen weg en baan behaalden er nog meer renners op grote internationale kampioenschappen prima resultaten. Marion Bax (44) uit Bavel won een bronzen medaille tijdens de Europese kampioenschappen op de weg voor ‘Masters’ in het Oostenrijkse Sankt Johann om een paar weken later in Manchester zilver te winnen tijdens de puntenkoers op het WK baan voor Masters.

Ook tijdens de Europese kampioenschappen achter zware motoren in het Duitse Chemnitz deed Nederland goed mee. Patrick Kops en Ronald Rol werden respectievelijk zesde en achtste in de finale, die door Carsten Podlesch werd gewonnen. In de B-finale werd Raymond Rol tweede.

Artikel uit “Baronieuws” (ziekenhuis “de Baronie”), november 2000.

Wielrenster Marion Bax:

“Als hij het kan, moet het mij ook lukken”

Vroeger reed ze, samen met onder andere Keetie Hage en Mieke Havik, in de subtop van het nationale wielrennen. Daarna keek Marion Bax, die als verpleegkundige op IC werkt, jaren nauwelijks naar haar fiets om. Tot de nu 44-jarige Marion in ’97 ineens weer de smaak te pakken kreeg, lid werd bij Wielervereniging Breda Knooppunt en zich wederom opwerkte tot het niveau van de elitevrouwen. Voor de leken: dit is de categorie waar ook Leontien van Moorsel in rijdt. Tot oktober ’98; toen sloeg het noodlot toe. Terwijl ze plannen maakte om aan de wereldkampioenschappen deel te gaan nemen, brak ze tijdens een training haar linkerknieschijf en verbrijzelde ze haar rechterknieschijf. Einde wielercarriere dus.

“Helemaal niet” vond Marion. Ondanks de twijfel van orthopedisch chirurg Jolles of ze ooit nog wel op de fiets zou kunnen stappen, vocht ze terug. “Mijn grote voorbeeld was Johan Museeuw, een Belgische profwielrenner. Hij had enkele maanden eerder zijn knieschijf gebroken. In mijn revalidatieperiode reed Johan weer zijn eerste wedstrijden. Wat een doorzettingsvermogen, fantastisch. Ik dacht: “Als hij het kan, moet het mij ook lukken”. Drie maanden lag ik op bed, daarna werkte ik ontzettend hard aan mijn terugkeer in de wielerwereld. Gemiddeld revalideerde ik zo’n acht tot negen uur per dag. Met veel wilskracht is die terugkeer wonderbaarlijk goed gelukt. Ondanks de enorme tegenslag, werd Marions vechtlust dit jaar beloond met drie WK-medailles. Ze veroverde eind augustus brons tijdens het veteranen WK-wielrennen op de weg in het Oostenrijkse Sankt Johann en haalde in september zilver tijdens het wereldkampioenschap voor veteranen op de baan van Manchester. Tussendoor sleepte Marion bovendien de gouden medaille in de wacht bij het WK voor medici en paramedici, zowel op de weg als op de baan.

Sommige dingen wel, andere niet.
“Dit doorzettingsvermogen of vechtlust heb ik te danken aan het feit dat ik altijd aan topsport heb gedaan, daar leer je wel knokken. Op deze medailles ben ik echt heel erg trots, dit had ik nooit verwacht. Toch droom ik er soms stiekem van om nog eens een echt gouden plak te pakken. In mijn dagelijks leven, dus ook in mijn werk, heb ik mijn lichamelijke beperkingen. Lopen gaat me bijvoorbeeld veel minder goed af en daarom werk ik nu minder dan voor het trainingsongeluk. Daar heeft niet altijd iedereen begrip voor. Opmerkingen “Iemand die zo goed kan fietsen, moet toch zeker ook kunnen werken”, worden al snel gemaakt. Maar juist omdat ik andere lichamelijke beperkingen heb, is het zo heerlijk om pijnvrij te kunnen fietsen. Op mijn racefiets voel ik mijn knieen nauwelijks, kan daar dus al mijn energie in kwijt. Zo’n vijf, zes keer per week fiets ik zeventig kilometer, heerlijk”.

Artikel uit BN/DeStem van september 2000

Marion Bax van zilver naar “brons”

Eerste winst Inge Klep

Van onze wielermedewerker

Oudenbosch – De eerste winst van Inge Klep verraste vooral ook haarzelf. “Alleen wegkomen, zat er niet in. Ik heb er alles opgezet als eerste door de bocht te komen. Maar dat ik heel dat lange eind naar de streep voorop kon blijven… Wie had dat kunnen denken!”

Het nichtje van Edith Klep hield stand en won zo de massasprint van een dertigtal regiovrouwen. “Met al die kleppers als Van Moorsel in koers komen wij nooit aan de bak. Deze aparte wedstrijden voor clubrenners is gewoon een uitkomst. Dan durf je tenminste wat meer te ondernemen.”

Inge Klep kwam dit jaar maar moeilijk op gang. “Wel veel getraind, maar door ziektes maar acht koersen gereden. Vorig jaar zomer ben ik pas mee gaan doen in wedstrijden, bij de junior-dames nog. Ik trainde daarvoor al wel eens met Edith en haar vader. Mijn pa heeft zelf ook gereden bij de trimmers. Ik vond het altijd wel lollig.”

Uiterst content was ook Marion Bax. De veterane uit Bavel, die vrijdag in Manchester tweede werd bij de WK voor veteranen in de klassementswedstrijd, stond om halftwaalf nog in Zeebrugge. “Ik wilde per se in Oudenbosch meedoen. Ik pleit niet voor niets al jaren voor dit soort wedstrijden. Dan moet je er zelf zoveel mogelijk bij zijn. Na zo’n lange reis terug mag je tevreden zijn als je nog derde wordt ook. Van zilver naar “brons” als het ware.”

Artikel uit BN/DeStem van september 2000

Zilver voor Marion Bax

Van onze sportredactie

Manchester – Marion Bax behaalde bij de wereldkampioenschappen wielrennen voor veteranen op de baan in Manchester zilver in de klassementswedstrijd.

De Bavelse had de leiding tot de laatste sprint. Die sprint, met dubbele punten, werd gewonnen door de Australische Birks, die Bax, die tweede werd, daardoor net voorbij ging. Het verschil bedroeg welgeteld een punt. Marion Bax klasseerde zich bovendien als vierde op de 500 meter tijdrit en de sprint.

Artikel uit BN/DeStem van augustus 2000

Brons voor Marion Bax op wk veteranen

Van onze sportredactie

Bavel – De Bavelse wielrenster Marion Bax heeft gisteren brons veroverd op het WK wielrennen voor veteranen in Oostenrijk.

De 44-jarige renster ging mee in een kopgroep die zich halverwege de koers vormde na een eerdere versplintering van het peloton bij een beklimming. Bij de eindsprint in Sankt Johann moest Bax twee rensters voor laten gaan. De Amerikaanse Suzan Shook pakte het goud bij het UCI-wereldkampioenschap voor de Engelse Anne Plant. Volgende week doet Bax mee aan het WK op de baan in het Engelse Manchester.

Artikel uit BN/DeStem van september 1999

“Hier ben ik weer, jongens. Ik kom eraan!”

Marion Bax weer fit na zwaar ongeval

Door Kaat van der Weide

September 1999 – Bavel – Tijdens een doorsnee training in oktober 1998 ontweek ze een stilstaande auto. Een tegemoetkomende autobestuurder zag haar over het hoofd en een grote klap was het gevolg. Een verbrijzelde rechterknieschijf en de linkerknieschijf gebroken.

“Hoe moet dat nou met het wereldkampioenschap komende zomer?”, vroeg ze aan de dokter. “Mevrouw”, antwoordde deze, “Het is nog maar de vraag of u überhaupt ooit nog op een fiets kunt stàppen, laat staan erop rijden”.

Wielrenster Marion Bax (43), verbonden aan Wieler Vereniging Breda, zette door en hervatte in juni de wedstrijdsport. Van de 26 koersen viel ze 22 keer in de prijzen, waaronder een zesde plaats in het WK voor veteranen.

“Uniek en onvoorstelbaar”, geeft ze zelf ook toe. De strijd won ze niet zonder slag of stoot. Veel pijn, doorzettingsvermogen en kracht heeft dat haar gekost.”Een tropenjaar”, beaamt ze. “ik zag die auto en in een flits lag ik op de grond. Iemand hielp me overeind, maar dat deed vreselijk veel pijn. In het ziekenhuis aangekomen kon ik niet eens in een rolstoel zitten, en moest er achteraan naar de behandelkamer strompelen”.

Beide kniëen bleken in puin te liggen. Een operatie volgde en er werden allerlei draden en schroeven in de gewrichten aangebracht. En daarmee begon de hel. “Ik heb drie maanden op bed gelegen. Ik moest van mezelf trainen, stilliggen kon ik niet. Iedere dag een minuutje langer fietsbewegingen maken, steeds een beetje de druk op die kniëen opvoeren.” Een nieuwe operatie volgde, waarbij al het machinewerk er weer uitgehaald werd. Het revalidatieproces ging verder en de wielrenster uit Bavel vocht terug en won.

Kostbaar

In februari fietste ze voor het eerst weer buiten. Op een degelijke vrouwenfiets. “Ik fietste met m’n hak op de trapper omdat ik de hoek van 90 graden nog niet kon maken met mijn knie. Ik reed een stukje door de bossen en de tranen stroomden over m’n wangen. Pure euforie. Ik dacht: ‘Hier ben ik weer, jongens. Ik kom eraan!’”

En of ze eraan kwam. Bax ging weer voorzichtig meetrainen met fietsgroepen uit de omgeving van Breda. “Dat moest ik echt ongelooflijk langzaam opbouwen. In het begin moest ik na iedere bocht terug in het rijtje gesleept worden”. Ze kan er nu om lachen, gelukkig. “Ik ben het steeds meer gaan opbouwen, Als ik een groep goed bij kon houden, stapte ik over naar een wat betere en in juni was ik weer wedstrijdwaardig.”

Van de 26 wedstrijden die ze sinds juni reed, eindigde ze bij 22 daarvan in de prijzen. Bij het wereldkampioenschap voor veteranen werd ze zelfs zesde. Bax: “Een heerlijk gevoel. Sinds het ongeluk ben ik wielrennen nog meer gaan waarderen. Je staat er niet bij stil hoe kostbaar iets is. Pas als het van je wordt afgenomen, besef je wat het eigenlijk voor je betekent”.

Dankbaar is ze. Ook voor de steun die ze in haar “tropenjaar” heeft gekregen van haar collega’s, vrienden en de trainingsgroepen die haar naar haar oude niveau hebben ‘opgekrikt’. “Na zo’n ongeluk heb je zulke aandacht hard nodig. Zonder al deze mensen om me heen was het me niet gelukt”, zegt Bax stellig. Weer rijden en winnen: ze vindt het zelf ook onvoorstelbaar. “Je rijdt op je 43ste tussen profmeiden van 20 jaar jonger. En je fietst ze nog voorbij ook!”

Tour de France

Een sterk punt van Bax is haar doorzettingsvermogen. Daardoor heeft ze niet alleen in minder dan een jaar tijd haar conditie terug gekregen. “Eigenlijk ben ik een beetje allround”, meent Bax. “Ik blink niet speciaal in iets uit, ik ben gewoon goed op lange afstanden. Op een vlakke weg, met m’n kop in de wind, dat hou ik lang vol. Bij een massasprint zie je me trouwens niet snel winnen. Maar meestal kom ik met een hoop geduw en getrek wel bij de eerste tien.”

Vreemd genoeg heeft Bax nooit ambities gehad richting profrijden. “Nee, dat was er in mijn tijd niet bij hè”, zegt ze. “Twintig jaar geleden was er nog niet eens de Tour de France voor vrouwen. Op een gegeven moment was ik 28. Ik had al die jaren bij de subtop gereden, terwijl ik ernaast ook nog studeerde voor verpleegkundige. Voor mijn gevoel had ik alles al wel een keer gedaan. Ik raakte gewoon verzadigd. Had wel veel wedstrijden gereden, maar was nooit een echte winnaar. Toen kreeg ik ook nog last van een slijmbeursontsteking. Ik wilde gewoon even niet meer.”

Voor de lol

Bax stortte zich volledig op haar maatschappelijke carrière. Ze haalde haar IC-aantekening (Intensive Care) en was vijf jaar simpelweg gelukkig. Zonder fietsen. “Maar zo’n acht jaar geleden ging het toch weer jeuken. Ik ’moest’ weer. Toen ben ik met de cyclosportieven gaan rijden. Gewoon, voor de lol. En net toen ik weer lekker aan de gang was met het fietsen van wedstrijden, ging ik onderuit.

Het wereldkampioenschap van afgelopen augustus was voor Bax een graadmeter: kan ik het of kan ik het niet? Met een blik op de glimmende, blauwe beker die staat te pronken op tafel, zegt ze tevreden: “Het is me toch maar mooi gelukt”.